Als mens zoeken we ijverig naar gelukbrengers in ons leven. We wensen voorspoed, meevallers en succes binnen werk, relatie, familie, vriendschap en vrije tijd. Er is het verlangen naar lichamelijke schoonheid, acceptatie door de groep, winsten en materieel comfort, extase en plezier in alcohol en uitgaan en allerhande sensaties die ons prikkelen en het gevoel geven dat we leven.
Het gezamenlijk streven naar materieel succes is een heuse wedloop geworden onder de mensen. Uiterlijke rijkdom, scherpe intelligentie en grote vitaliteit zijn doelstellingen waarvan onze tijdgeest sterk doordrongen is. En we worden meegezogen door deze stroom die ons zou leiden naar een paradijselijke kust van onze dromen. We kijken op naar sexy hollywoodsterren en hun luxueze leven, naar vurige bedrijfsleiders die woekerwinsten maken of naar blitse en flaboyante mediafiguren die ons eindeloos entertainment zouden verschaffen.
Als in een betovering haasten we ons van de ene prikkel of bevestiging naar de ander, maar botsen toch steeds weer op een innerlijk diep knagend gemis. Hoemeer we ons volledig overgeven aan de verwachting dat de omgeving of uiterlijke toestanden ons zullen goed gezind zijn of gelukkig zullen maken, hoemeer we lijken in aanvaring te komen met weerstand, kwetsuren of ontgoocheling.
Het genieten van eten, natuur, gezelschap, interesses, gezin of reizen is natuurlijk een belangrijk iets in ons leven. En ook een stabiliteit of zekerheid qua inkomen en werk zorgt voor een belangrijke levensbasis en gerustgesteld gemoed. Maar juist het zich doorgedreven passief overgeven aan het leven met zijn onvoorspelbaarheden en paradoxen, kan zorgen voor veel ellende, piekergedrag, frustraties en depressieve stemmingen.
Brengt de eenzijdige passieve verwachtingshouding werkelijk innerlijke sterkte, zielsvreugde en zelfvertrouwen? Het blijven hangen in emotionele en irrationele sensaties, vitale lichaamsgewaarwordingen of intellectuele associaties kan niet voortdurend een gevoel van eigenwaarde en stabiliteit schenken. De huidige cultuur hemelt ofwel de lagere gevoelswereld ofwel de starre en gevoelsarme intellectualiteit op. En zo pendelt de mens meestal dolend tussen overdreven hardheid in het intellectuele denken of te grote vitaliteit of sensitiviteit door het verzinken in passies, begeertes, sferen, verlangens of verschillende emoties.
De grootste menselijke schat wordt aan de kant geschoven. Uit angst voor de confrontatie met de wijdte van het eigen potentieel? Door verblind te zijn door de vele intellectuele en sensationele illusies die ons worden voorgeschoteld? Doordat we de levensverantwoordelijkheid en zelfsturing schuwen en liever blijven in projecties, ego boosts en zelfgecreëerde luchtkastelen?
Wanneer ons denken bevrijd wordt van verschillende angsten, zorgen, drang naar uiterlijk vertoon en beïnvloedende emoties (vanuit de opvoeding, de cultuur,..), dan ontdekken we ons eigen scheppend vermogen. Het geloof in dit inherent creatief en vormgevend vermogen van ons denken is verloren gegaan. Waar vroeger dit geloof op een onjuiste manier werd geofferd aan de katholieke kerk (ten koste van de eigen gedachtekracht), wordt dit vermogen nu bedekt door zich teveel over te geven aan de verschillende overspoelende invloeden van buitenaf.
Niet dat de mens zich nu resoluut tot een ascese moet wenden en streng zich ieder plezier moet ontzeggen om dit scheppend denken te bereiken. Men moet hiervoor niet vluchten naar stille oorden of drastisch veranderen in werk- en leefgewoonten. Het geloof in de mogelijkheid dat iedere mens over een scheppende gedachtekracht beschikt is reeds een eerste stap. Dit gaat gepaard met het lezen en studeren van mensen die deze ontwikkelingsweg tot klaar en rein denken reeds begaan hebben. Het is een gestage en bewuste scholingsweg waar men inzicht verwerft in eigen bewustzijn met persoonlijke specifieke tendensen, gewoontes, emoties of denkpatronen. Meer en meer komt met tot een onderscheiding van een klaar denken tegenover een emotioneel of intellectueel wilsdenken. Het denken wordt geleidelijk aan gezuiverd van zijn ballast en begint te schitteren als kristal in het licht.
Het zuivere denken dat ontdaan is van verschillende onlogische, onsamenhangende en chaotische emoties of verlangens wordt een uiterst krachtig instrument van de mens om vormgevend te werken op het leven. Dan komen de scheppend-actieve mogelijkheden van de mens naar boven. Meer en meer begint men de grootse capaciteiten van dit klare denken te ontdekken. De heldere en geconcentreerde gedachte zorgt voor meer zelfcentrering. Men raakt hierdoor minder overspoeld door de invloeden van buitenaf, maar ook geraakt men meer meester over de eigen opwellende gewoontepatronen vanuit het verleden. Bepaalde angsten, zorgen, bindingen of overgenomen zaken vanuit de opvoeding hebben minder grip op jou. Geleidelijk aan wordt men meer meester over zichzelf en de omgeving en komt men tot een vrijheid en innerlijke kracht waardoor men scheppend, objectief en verbindend naar de anderen en de wereld kan gaan.
Hoe dit klare denken dan specifiek erg heilzaam is bij depressieve stemmingen of latente depressie, bespreken we in deel 2.
©David Vanheerswynghels