Na de Renaissance kwam er duidelijk een ander mens- en wereldbeeld naar voren. Onderzoek, meten en wegen, de mogelijkheden van de mechanica en materiële ontdekkingen kwamen meer centraal te staan. Descartes haalt in zijn ‘Meditaties’ nog wel twee Godsbewijzen naar boven, maar toch bestaat zijn werk grotendeels uit mechanische en wiskundige ideeën. Doorheen de Nieuwe Tijd en de Moderne Tijd ontstonden meer en meer materialistische gedachten. In de 18de eeuw sprak bijvoorbeeld de Franse arts en filosoof Julien Offray de La Mettrie zelfs over ‘l’homme machine’. Hij zei dat het denken en voelen van de mens kan gereduceerd worden tot materiële oorzaken en bewegingen.
Ook al waren er vele grootse en verrijkende ideeën binnen dit wetenschappelijke denken, toch kunnen we reële gevaren en valkuilen bemerken in het steeds eenzijdig en verlangend verder bouwen op bepaalde denkrichtingen. Zo zagen we dat Nietzsches idee van de Ubermensch gruwelijk misbruikt werd door het nazi-regime of dat eugenetische psychiaters tijdens de Tweede Wereldoorlog demonisch omgingen met de idee van het sociaal-darwinisme of dat het sociaalbewuste denken van Marx werd omgevormd tot een destructief communistisch denken door Stalin.
Een sterk en helder idee heeft steeds twee kanten. Het kan vernieuwing, positieve opbouw of edele creatie brengen of het kan leiden tot chaos, onderdrukking en vernieling. Wanneer we lessen trekken uit onze geschiedenis dan bemerken we dat deze laatste uitwerking steeds gepaard gaat met macht, eigenbelang en controle. Wanneer we een idee vormgeven en integreren in de cultuur vanuit deze motivaties, dan zijn er steeds destructieve gevolgen. Als voorbeeld moeten we maar kijken naar de oorzaak van onze economische crisis. De idee achter de bankencrisis is oeroude hebzucht. Risico-analisten, topbankiers en aandeelhouders geloofden in de voortdurende speculatie met andermans geld om zelf steeds rijker te worden. De vernieling zien we nu geleidelijk aan door de steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk, inflatie, faillisementen, werkonzekerheid, het onbestraft blijven van de schuldigen en de onschuldigen die beboet worden,..
Het grootste gevaar dat momenteel sterk binnensluipt in de huidige mens en maatschappij is volgens mij echter de technologisering zonder ziel of de robotisering als heilmiddel of verlossend toekomstperspectief. Waar het nog zinvol lijkt om mensen medisch te ondersteunen via bionische apparaten of implantaten, wordt het decadent en uiterst gevaarlijk wanneer men ideeën ontwikkelt om gezonde mensen te ‘upgraden’ door gebruik van inwendige technologie. Reeds vele jaren zijn de transhumanisten nog grotendeels verborgen bezig met het verfijnen van hun ideeën omtrent kunstmatige intelligentie, creëren van hybrides of chimeras, levensverlenging, nanotechnologie en de link tussen het menselijk brein en de computerwetenschap. Het is vooral verontrustend om te zien welke mogelijkheden er reeds bestaan. Het meest tragische is echter het optimistisch geloof van vele mensen in dit technologisch manipuleren van de mens.
We zien nu reeds een grote afhankelijkheid aan uitwendige technologie zoals smartphones, internet, tablets en sociale media. We kiezen wel zelf in welke mate ons leven wordt ingekapseld door deze zaken, maar toch is het moeilijk geworden om er volledig los van te staan. Je zou kunnen denken dat hoemeer je gedachteloos en bijna automatisch omgaat met deze virtuele wereld, hoemeer je de eigen menselijke mogelijkheden onbenut laat. Het voortdurend opgaan in triviale zaken op onze smartphone, maakt ons niet direct intelligenter, creatiever of menselijker in de omgang. Technologie zou moeten blijven gezien worden als instrument die ons werk efficiënter kan laten verlopen. Maar nu zie je een te groot vertrouwen en zelfs passief opgaan in het virtuele en een verwachtingshouding dat het technologische me onmiddellijk voorziet van kennis, informatie en ontspanning.
En dit is denk ik de grootste tragiek van onze huidige cultuur. We vergeten langzaam maar zeker de eigen menselijke mogelijkheden. Waarom nog wilskracht ontwikkelen, wanneer er domotica bestaat, waarom nog geduld uitoefenen, wanneer alles in een mum van tijd online kan gekocht worden, waarom nog denkkracht ontplooien, wanneer de computer in mijn plaats denkt,.. De mens beschikt over wonderlijke latente capaciteiten die niet geëxploreerd worden uit ongeloof, angst of laksheid. Men zoekt zo ijverig, onverzadigbaar en vol idealisme naar materiële vorderingen in de buitenwereld ten behoeve van de mens, maar beseft niet welke grote schatten verborgen liggen in het eigen innerlijke. Merken we niet dat juist de diepe voldoening schuilt in eenvoud, oprechte communicatie, warme interactie, spontane creativiteit, bewuste zelfontdekking, sociale opbouw en ware humaniteit. Maar die woorden doen denken aan een ver verleden en krijgen de stempel van naïviteit of dromerij. En toch vraagt het naleven van deze waarden een grote innerlijke sterkte, zelfvertrouwen, vastberadenheid en helder bewustzijn in deze tijd van complexiteit, consumptiegedrag en verkilling. Het vraagt om de technologie op zijn rechtmatige plaats te houden als instrument en zichzelf niet passief over te geven aan een voortdurende virtuele of gesimuleerde realiteit. Er is tijd om mens te zijn, interesses en talenten te ontdekken, zelfactief thema’s uit te wisselen, bewust waarnemen van natuur, eigen doelen overwegen en nastreven, eigen en andermans creativiteit stimuleren,.. Dat dit soort tijd niet makkelijk te vinden is binnen onze ratrace en vele verplichtingen is juist. Maar toch zouden we verwonderd zijn over de grotere vrijheid die er ontstaat door het wat opgeven van verschillende technologische activiteiten. In haar recentste boek ‘Kairos’ schetst filosofe Joke Hermsen een uitgebreid beeld over deze andere – meer menselijke en creatievere – tijd.
De valkuil schuilt dus niet in het apparaat, de machine of de automatisatie op zich, maar in het teveel zichzelf toevertrouwen aan deze materiële middelen en zichzelf erin te verliezen ten koste van het eigen scheppend vermogen. De transhumanisten ijveren voor een soort supermens of cyborg waarbij er met bionische implantaten of zelfs hybride toepassingen de mens over meer lichamelijke en psychische capaciteiten zal beschikken (bijvoorbeeld op gebied van geheugen, reactiesnelheid, perceptievermogen, spierkracht,..). Het is moeilijk te achterhalen wat er al niet geëxperimenteerd of gecreëerd zou zijn in laboratoria. Maar zal een doorgedreven robotisering werkelijk heilzaam zijn voor de mens en de mensheid? Zal het de mens hartelijker, gelukkiger, creatiever of socialer maken? We zien nu al op werkgebied en in vrije tijd dat de toename van technologie zorgt voor minder menselijkheid en verfijnde en empathische communicatie. Verdere robotisering zoals het doel is van de transhumanisten kan volgens mij enkel meer gevoelsarmoede, rigiditeit, eenzaamheid en psychische ziekte teweegbrengen. Wist regisseur Fritz Lang dit te voorzien toen hij in zijn film ‘Metropolis’ de robot presenteerde voor een omgekeerd pentagram? Of nog op een meer ironische wijze, wist het bedrijf Apple dat hun symbool gerelateerd is aan de zondeval?
David Vanheerswynghels
Aanbevolen literatuur
– Joke J. Hermsen – ‘Kairos – een nieuwe bevlogenheid’
– Jean Baudrillard – ‘Simulacres et simulation’
Aanbevolen films
– Ridley Scott – ‘Blade Runner’
– Fritz Lang – ‘Metropolis’
Documentaire : Tegenlicht – De TechMens